Toen Jezus op aarde was genas Hij enorm veel zieken. Mensen genezen van hun ziekten in de kracht van Gods Geest was een belangrijk werk van Jezus op aarde EN het is een belangrijke taak voor de kerk, die het Lichaam van Christus op aarde is. Dat betekent dat het plaatsvervangend lijden en sterven van Jezus niet alleen de basis is voor vergeving van zonden, verzoening met God en verlossing uit de macht van de boze. Ook lichamelijke genezing van zieken hoort bij het heel makende werk van Jezus. En voor de kerk door met zieken te bidden voor genezing. Dit blijkt onder meer uit het volgende Bijbelgedeelte:

“… Met een enkel woord dreef Hij de geesten uit, en allen die ziek waren genas hij. Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeet Jesaja: ‘Hij was het die onze ziekten wegnam en onze kwalen op zich heeft genomen.’ ” (Matteüs 8:16-17, NBV2

Maar toch: lichamelijke genezing is niet het belangrijkste.

Heel veel gelovigen bidden om genezing, voor zichzelf of voor anderen. En ze doen dat niet zomaar, ze doen dat omdat ze weten van en geloven in de Bijbelse beloften die God daarvoor geeft. In vertrouwen en hoop op God de Vader, die betrouwbaar is. En toch worden er naar verhouding maar weinig mensen genezen door een specifiek gebed om genezing. Er zijn vele speciale Gebedssamenkomsten om eendrachtig te bidden en handen op te leggen bij zieken. Maar ook daar worden lang niet alle zieken genezen. Sterker nog: de meeste zieken gaan ook weer ziek naar huis.

Als we hier bij stilstaan is het belangrijk om te beseffen dat het Koninkrijk van de hemel in de eerste plaats een geestelijk koninkrijk is. Jezus verkondigde de komst van dit Koninkrijk niet als een bepaald gebied met landsgrenzen en een nieuwe Koning, maar als een dynamische geestelijke heerschappij van God over hemel en aarde, door Jezus bewerkt. Dit is wat Hij hierover zegt in de synagoge, voorlezend uit de boekrollen: de geest van God is op Mij, omdat Hij mij gezalfd heeft om aan armen goed nieuws te verkondigen. Hij heeft mij gezonden om vrijheid te verkondigen aan gevangenen, en herstel van het gezichtsvermogen aan blinden, om de onderdrukten te bevrijden, om het jaar van Gods gunst uit te roepen.(….) Vandaag is deze Schrift voor uw oren vervuld! (Luc 4:17-20) Het is een Rijk van geestelijke beloften en zegeningen!

Maar God belooft tegelijk ook voldoende materiële zegeningen voor het hier en nu. Dat wil zeggen: voldoende binnen de bedoelingen die God met ieder van ons heeft. Maar dat ‘voldoende’ van God kan iets anders zijn dan wat jij en ik voldoende vinden. En dat is soms moeilijk te aanvaarden!

Wil God ziekte gebruiken als leerproces?

Heeft ziekte zin, een doel, is het Gods wil? ? Ik ben er persoonlijk in ieder geval van overtuigd dat ziekte God niet overvalt, alsof Hij er toevallig mee geconfronteerd wordt en er dan toch nog iets goeds van kan maken. Psalm 139 beschrijft in vs 16: Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in Uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet een. God weet heeft van ons bestaan, en dat Hij elke dag van ons, van mijn, leven kent. Dan kan het niet zo zijn dat Hij déze ene ‘dag’ van ziekte niet ook kent, deze gebeurtenis in het leven niet voorzag. Hij wist er al van voor dat ik bestond! Ziekte is Zijn plan met mij, met mijn huwelijk mijn gezin en mijn taak in deze gebroken wereld…..De Almachtige God regeert, wat mij en jou overkomt loopt Hem niet uit de Hand. Ik noem drie Bijbelgedeelten die dit onderschrijven, naast Ps 139;16:

Deut 32;39 Zie het toch in, Ik ben de enige, naast Mij is er geen andere god. Ik laat sterven, Ik geef leven. Ik sla wonden en Ik genees. Wanneer Ik mijn macht laat gelden, is er niemand die kan redden. Ex 4;11 (..) Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof? Ziende of blind? Wie anders dan Ik, de Heer? Deut 7;15 De Heer zal u vrijwaren van elke ziekte, Hij zal u alle kwalen die u zich uit Egypte herinnert besparen en ze voor uw vijanden bestemmen.

Maar……dat sluit goddelijke genezing niet uit. Veel mensen (waaronder ikzelf) kunnen ervan getuigen dat zij God juist beter hebben leren kennen in een periode van ziekte. Ze ervaren soms op een bijzondere manier door Hem gezegend te zijn en leerden nieuwe dingen van Hem. Juist in het bidden voor genezing.

Als iemand in staat is zijn ziekte te aanvaarden en ondanks zijn ziekte Gods vrede en blijdschap in zijn hart ervaren, dan levert dit geestelijke rijkdom op en geloofsontwikkeling. Bovendien kan dat weer een positief effect hebben op het herstel van het lichaam. Elke arts zal dat beamen. “Op zijn ziekbed zal de HEER hem tot steun zijn. ‘Hoe lang hij ook ziek ligt, u keert zijn lot ten goede.’ ” (Psalm 41:3, NBV21)

Nu betekent dit alles weer niet dat ziekte op zichzelf een zegen is, een geschenk van God dat we moeten koesteren. Ziekte is een gevolg van een gebroken schepping, van ons eigen gebroken leven vanwege zonden van anderen of van onszelf. Maar God wil Zijn zieke kind graag naast zijn ziekte een zegen geven die de moeite van de ziekte ver overstijgt. En dάt is overvloedige genade. Zo  ben je als zieke rijker gezegend dan veel gezonde mensen. God wil je het beste geven en soms is dat iets anders dan lichamelijke genezing!

Zijn er blokkades voor goddelijke genezing?

In de praktijk zien we dus dat bidden om genezing niet altijd gezondheid tot gevolg heeft. Dat betekent niet dat er gebrek aan geloof is bij de zieke of bij degene die voor hem of haar bidt. Het betekent wellicht wel dat er sprake kan zijn van (geestelijke) belemmeringen in de zieke die genezing tegenhouden.

Als er geen verhoring plaats lijkt te vinden wanneer we bidden om genezing is het wijs om biddend aan zelfreflectie te doen: zijn er wellicht onbeleden zonden? Kan er sprake zijn van geestelijke bindingen? Dan is het nodig om vergeving te vragen en je te bekeren. Dan is bidden voor genezing eerst bidden om bevrijding van gebondenheid. Dat neemt de belemmering weg voor het ontvangen van het allerbeste wat God je wil geven.

Wil God de zieke wel genezen?

God zal genezing schenken als….

Er geloof is tot genezing. Dan kunnen we denken aan het geloof van de zieke zelf EN aan het geloof van de mensen om de zieke heen, die voor hem bidden of hem de handen opleggen. Eenmaal genas Jezus een verlamde man op basis van het geloof van zijn vier vrienden die hem door het dak voor Jezus’ voeten lieten zakken (Marcus 2:1-12). In veel andere gevallen zei Jezus dat ze genezen werden vanwege hun geloof. Veel gelovigen worstelen met de vraag: heb ik wel genoeg geloof tot genezing? En als hun gebed om genezing niet verhoord lijkt te worden, gaan ze twijfelen aan zichzelf en kunnen ze daardoor ernstig teleurgesteld worden. Je hoeft geen volmaakt geloof te hebben voordat God je wil genezen, want Hij begrijpt heel goed dat zieken vaak door een ontmoedigend proces van vermoeidheid, pijn en frustratie gaan. Hun geloofsbeleving kan daardoor sterk verzwakt worden. Vooral dan is gelovig gebed van anderen van belang ter ondersteuning.

Er geen gebondenheden die de genezing tegenhouden. Als er gebondenheden zijn kan het zijn dat God de zieke eerst van die gebondenheden wil bevrijden. Het is begrijpelijk dat een zieke verlangt naar lichamelijke genezing. In Gods ogen kunnen bepaalde gebondenheden een veel groter probleem zijn dan de ziekte. God is een liefdevolle en wijze Vader, die alleen aan zijn kinderen wil geven wat het beste voor hen is op lange termijn.

En het belangrijkste: de genezing past binnen het plan dat God heeft met het leven van de zieke. Er is altijd het voorbehoud dat God er redenen voor kan hebben om de genezing uit te stellen, en om de genezing ineens, stapsgewijs of geleidelijk tot stand te brengen. Wel geloof ik dat God vandaag de dag veel meer mensen van hun ziekten wil genezen dan dat er nu genezen worden.

Wat als je niet geneest?

Wanneer je niet geneest, vertrouw er dan op dat God je op een andere manier overvloedig kan en wil zegenen, zodat zijn zegeningen uitstijgen boven de last van je ziekte. In dat geval ben je rijker dan een gezond mens die minder van Gods goedheid ervaart.

Er blijven grote vragen over bij dit onderwerp, die te maken met dat moeilijke vraagstuk over het lijden: waarom heeft de één voorspoed en heeft de ander een lijdensweg te gaan? Het antwoord op die vraag ligt verborgen in God die zeker weten een goede God is, Hij is wijs en rechtvaardig in Zijn omgang met mensen.

Ooit zal blijken dat God iedereen uiteindelijk recht zal doen. God wil ons vandaag de vrede en het geduld geven om daar in geloof op te wachten.

In de tussentijd is bidden nog steeds een krachtige weg tot God voor de zieke en zijn of haar omgeving. Daarom hierbij een voorbeeld van een gebed om dat te doen. En voor meer inspiratie: zie de link.

Hemelse Vader,

In Uw oneindige wijsheid leidt U ons door seizoenen van gezondheid en ziekte en leert U ons om in elke omstandigheid Uw aangezicht te zoeken. Vandaag heffen we onze (naam van de persoon) tot U op en vertrouwen we hun welzijn toe aan Uw liefdevolle handen.

Heer, we smeken U om een snel en volledig herstel. Net zoals U de stormachtige zeeën kalmeerde met een woord, bidden we dat U genezing wilt spreken in (Naam’s) lichaam. Moge Uw helende hand niet alleen herstellen wat gebroken is, maar ook (Naam) volledig vernieuwen – naar lichaam, geest en ziel.

Geef het geduld om deze beproeving te doorstaan, de kracht om deze strijd aan te gaan en het geloof om op Uw tijd te vertrouwen. Omring hen met Uw vrede die alle begrip te boven gaat en vul hun hart met hoop die niet vervaagt.

Laat in deze tijd van herstel (Naam) Uw aanwezigheid krachtiger voelen dan ooit tevoren. Moge deze ervaring hen dichter bij U brengen, pijn transformeren in lofprijzing en zwakheid in een standvastig geloof.

Door Jezus Christus, onze Heer, Amen

12 Empathische gebeden voor een zieke om snel te herstellen | Christian Pure

Lees meer

Belemmerende patronen in je familie

 Wij mensen zijn gemaakt voor relaties, zonder anderen overleven we namelijk niet. In ons wezen zit een diepe behoefte om aan anderen te geven. Wanneer we zorg en aandacht geven hebben we ook het recht om iets terug te ontvangen. Deze wetmatigheid sluit naadloos aan op hoe God de mens heeft geschapen. Hij schiep ze als Zijn beelddragers, naar Zijn beeld en gelijkenis. (Gen1:27) Gemaakt voor en door Hem, om in relatie met God, vervolgens met zichzelf en de naasten om hem heen te leven. Mensen zijn er op aangelegd om in relatie met God te bestaan (Kol 1:15-17)

In relaties gaat het om een rechtvaardige balans, de balans van geven en nemen. Dat betekent recht doen aan jezelf, de ander en de Ander. Rechtvaardigheid is Gods thema, en daarom ook dat van ons mensen.  Wanneer er recht gedaan wordt in relaties betekent dat wederzijds bouwen aan vertrouwen en betrouwbaarheid. 

Betrouwbare relaties door geven en nemen

Grondlegger van dit belangrijke inzicht is de van origine Hongaarse psycholoog Ivan Boszormenyi Nagy, die het grootste deel van zijn leven in de VS werkte.

In deze blog gaat het over betrouwbaarheid en wat de oorzaak en het gevolg is van schade aan het vermogen te kunnen vertrouwen, betrouwbaarheid te ervaren. Vertrouwen ontstaat wanneer er op langere termijn passend  en wederkerig recht gedaan wordt aan elkaars belangen. Daarmee bouw je betrouwbaarheid op. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard, dat geeft al aan dat het een gevoelig en precair proces is!

In het gezin waar je geboren wordt geven ouders en nemen/ontvangen de kinderen. Ouders geven in die relatie altijd meer: ze geven jou het leven en verzorgen je met liefde (als het goed is). Jij ontvangt het leven en de verzorging, anders zou je het als afhankelijke baby en kindje niet overleven. Relationeel betekent dit dat je een soort van in het krijt staat bij je ouders ook al voelen zij die verantwoordelijkheid en plicht tot zorgen als hun belangrijkste taak. Die schuld is er en blijft. Je kunt namelijk naar je ouders toe nooit in gelijke mate terug geven. Jij kunt hun het leven niet geven!  Je zou dan kunnen denken dat dit jou op achterstand zet als het gaat om de balans. Maar dat is niet zo. Een relatie met iemand hebben, is uitwisselen, geven en nemen. En in de relatie met ouders, of eerdere generaties, is een asymmetrie: ze geven altijd meer. De jongere generatie is nu eenmaal jonger, kwetsbaarder, en afhankelijker als ze begint. Daarom heeft die er recht op te ontvangen.

Vanuit dat ontvangen van je ouders voel je onbewust en ook al heel jong de behoefte om iets terug te geven. Deze voortdurende uitwisseling houdt relaties en generaties in stand. Als de uitwisseling ophoudt is een relatie ten dode opgeschreven, kan zelfs een generatie uitsterven.

Waardevolle gift

Nu geven kinderen dus niet in gelijke mate aan ouders, maar ze geven wel! Kinderen geven namelijk vertrouwen. Vertrouwen kun je alleen geven aan iemand aan wie je loyaal bent en dat ben je als kind aan je ouders. Vertrouwen is een waardevolle gift en dat merk je pas als iemand je ‘in vertrouwen neemt’. Als kind gaf je ook door bijvoorbeeld je ouders te troosten als ze verdrietig waren. Dit troostgedrag is een natuurlijke intuïtieve reactie van kinderen. Soms vinden ouders dat niet nodig, vinden ze dat kinderen niets hoeven geven. Of ze merken het, onbewust, niet op, dat hun kinderen hen iets geven. Dat is in feite heel schadelijk voor kinderen: die hebben het recht om wel te geven. Ze leren daarmee iets belangrijks over zichzelf, namelijk dat ze iets te bieden hebben (eigenwaarde) en dat ze er toe doen. Ze leren dat de ouders betrouwbaar zijn: ze mogen iets geven en zinvol bijdragen, iets wat elk mens in zich heeft als drijfveer. Want hij wil leven!

Schuld opbouwen

Door allerlei omstandigheden in het leven kan het gebeuren dat de balans van geven en ontvangen in een gezin niet rechtvaardig is. De kinderen ontvangen niet waar ze recht op hebben in aandacht, zorg, veiligheid, verbinding. Daarmee verdwijnen die rechten echter niet!  Ze blijven en stapelen op, er ontstaat een overschot aan ‘onbetaalde’ rechten.

Dit beschadigd het vermogen om te vertrouwen, als het lang genoeg duurt, dan ook ernstig. Uiteindelijk slaat je vertrouwen dat je van nature had, (en kinderen hebben daar enorm veel van richting hun ouders!) om in wantrouwen. Niet ontvangen waar je van nature recht op hebt stapelt dus ‘recht’ op. Niet mogen bijdragen, niet mogen geven doet dat ook. Je krijgt dan niet de kans jouw ‘schuld’ recht te zetten. Ook dat geeft onrecht op de balans. Je wordt er ongelukkig van, je voelt je minderwaardig, je eigenwaarde neemt af. Want wat jij te bieden hebt doet er kennelijk niet toe!

Openstaande rekeningen

Als ouders kun je dus op twee manier de balans van geven en nemen verstoren, door te veel te nemen (je kind moet voor jouw belangen bestaan) of het kind niet toestaan te geven. In beide gevallen ontstaat er een openstaande rekening. En openstaande rekeningen hebben allemaal één belangrijke eigenschap. Ze willen vereffend worden. Gebeurd dat niet, dan ontstaat er boosheid, wrok, bitterheid, niet zelden vermomd als verdriet, depressie, burn-out.

Kinderen die niet mogen geven, of die teveel moeten ontvangen leven met een onbetaalde rekening. Hun schuld kunnen ze niet vereffenen. Ze leren daarmee dat hun ouders en de wereld niet betrouwbaar zijn: en als die het niet zijn, wie of wat is het dan nog wel in de hele wereld?

Roulerende rekening

Deze oude rekening van wantrouwen in plaats van vertrouwen neem je mee in een partnerrelatie of in de relatie met je eigen kinderen en dan herhaalt de geschiedenis zich. Het gevolg is relatieproblemen, huwelijksproblemen, verstoorde verhoudingen in gezin en familie. Wanneer dat niet aan het licht komt omdat bijvoorbeeld alleen naar de symptomen zoals depressie, burn-out, agressie etc. wordt gekeken, blijft de werkelijke oorzaak buiten beeld. Oude patronen worden herhaald en doorgegeven, de rekening blijft rouleren. Pas als oude patronen worden bijgesteld, en soms moeten ze worden doorbroken, komt er ruimte voor andere keuzes, andere manieren van naar de dingen kijken. komt er ruimte voor het Zelf, dat ook iets wil, namelijk groeien, ontwikkelen, vrij zijn en zich zo kunnen verbinden met andereen. Niet omdat dat moet, maar omdat dat mag en kan.

Het is dus belangrijk om te gaan uitzoeken welke ‘openstaande rekening’ er nog bestaat. En daar dan iets aan gaan doen. Hoe dat werkt wil ik graag met je uitzoeken!

Wil je er iets mee doen, bel of mail me dan via het contactformulier op deze link

Contact – Elpidos

Lees meer

In de natuur wordt je hoofd helder, je zintuigen gaan aan en je ontspant, al na twintig minuten ervaar je de weldaad van de buitenlucht. En het maakt niets uit hoe het weer is: grijs , soms koud, en regenachtig, zoals deze afgelopen winter, of licht en zonnig, winderig, mistig….elk weer heeft een eigen charme. Toegegeven, je moet er soms wel even naar zoeken….

Vandaag had ik een Bijbelwandeling georganiseerd, met als thema: ga mee de natuur in om Gods stem te horen en Hem te ontmoeten in de schepping. Uiteindelijk heb ik de wandeling in mijn eentje gedaan, en wat een heerlijke ervaring  was dat! Na mijn aanvankelijke teleurstelling dat niemand zich had aangemeld besloot ik dat ik dan maar met mezelf ging wandelen. Wat ik toch al graag en vaak doe, dus niets nieuws. Ik heb het voorbereide programma gewoon gevolgd, en het is een bijzondere belevenis geworden!

Het was windstil, en ik ben niemand tegengekomen op mijn route. Best wel uniek in ons overvolle landje waar het vaak ook ‘file’ wandelen is, zeker op mooiere dagen. Na een ‘basiswandeling’, die helpt om even goed aan te komen in de Natuur na een ochtendje intensief praten, voelde ik de ontspanning over me neerdalen. Met alle zintuigen aan was er heel wat te beleven, ondanks de stilte, en het winterse landschap. Dat kan behoorlijk saai en eentonig overkomen, tenminste als je er op een holletje doorheen rent, of vooral je stappenteller bediend, op naar de 10.000…Maar zo ging het vandaag dus niet.

Nu liep ik in mijn eentje, genietend van de winterse kleuren van dorre grassen en wuivende rietpluimen, kale bomen, stromende beekjes en bemoste afgevallen takken en stronken, en in de rust. Ineens liepen er drie reeën over mijn pad, ik hoorde allerlei vogelgeluiden, en stond stil om de stilte ook te ‘horen’, binnen te laten in mijn ziel.

In die serene rust stond ik figuurlijk stil bij een paar vragen in deze wandeling: wat raakt me hier, nu? Wat spreekt me aan? Welke aspecten daarvan vallen me op? En wat ontdek ik daarmee over mijn vraag naar  ‘Gods stem in de natuur horen’? Zit er ook een antwoord op die vraag in wat ik opmerk, voor mij?

Zo peinzend en genietend wandelde ik in een traag tempo over de paden en laantjes, over bruggen en langs beekjes. In die ontspanning kon ik me openstellen en beleefde hoe God om mij heen aanwezig is in de natuur, altijd en overal. Hoe veelkleurig, creatief en divers Zijn wezen is. En hoe Hij mij wil ontmoeten en Zichzelf laat zien in de Schepping, een machtige bron van kennis voor Zijn Goddelijkheid en grootheid.

Vandaag heb ik in de Natuur Gods stem gehoord, Hem ontmoet. Ik voelde Zijn liefde die mij omringde, de geborgenheid, het ontzag en vreugde dat God dit alles gemaakt heeft en onderhoudt. Dat Hij groots en almachtig is, dat Hem de dingen niet uit de hand lopen. Ik ben er door bemoedigd en voelde me dicht bij God.

De kans om iets dergelijks ook te ervaren is er binnenkort weer, op 5 Maart 2025 kun je meedoen aan de Bijbelwandeling ‘Ga mee de natuur in’. Onder leiding ga je op pad, met gerichte vragen om over na te denken, in je eentje of in tweetallen. We wandelen, we staan stil, we genieten!

Van 10.00-12.00u,  startpunt: parkeerplaats Paviljoen De Viersprong, de Elzen Dordrecht.

Wil je mee? Meldt je aan via inf@elpidos-counseling.nl Van harte Welkom!

(Voor informatie over Bijbelwandelingen na deze datum kun je terecht op de website, kijk onder aanbod, of mail me: e-mailadres gebruiken).

Lees meer

In onze geschiedenis  ontstaat die disbalans al, in de opvoeding gecombineerd met persoonlijke aanleg en kwaliteiten. Meestal ligt er nadruk op één van de twee, de behoefte aan autonomie, of de behoefte aan verbondenheid. Twee aspecten van mens-zijn die we allemaal hebben, ook als heel jong mens.

Zo krijg je soms de boodschap als kind dat opkomen voor jezelf egoïstisch is. Of er zijn omstandigheden in jouw gezin van herkomst die je leren dat je alleen jezelf kunt vertrouwen. Dat hulpvragen zwak of gewoon niet mogelijk is.
In je opvoeding en tijdens je leven krijg je dus allerlei boodschappen van wat hoort en wat niet hoort mee. Zo ontstaan er (soms) meerdere onderwerpen, gedragingen en emoties waarvan je leert dat ze niet “horen” en niet “goed zijn”. Je kunt ze maar beter negeren, onderdrukken omdat je er pijn, verdriet, afwijzing of erger van krijgt. Dan is de keuze onbewust en snel gemaakt: dat wil ik niet voelen, dus dat moet ik niet doen!

Een voorbeeld van iemand die ik in mijn werk heb gesproken:

Ina van  begin veertig zoekt hulp bij mij omdat ze vast is gelopen in haar leven.. Ze voelt zich in haar huwelijk niet gelukkig en weet niet meer wie ze zelf is en wat ze nodig heeft, ze durft niet voor zichzelf op te komen uit angst voor commentaar op haar behoeften. Ze let vooral op de verlangens van de andere gezinsleden en heeft daar inmiddels genoeg van..  Ze is opgegroeid in een gezin met een zus en een hard werkende krachtige moeder, vader was zachtaardig en ziekelijk, veel op de achtergrond. Moeder moest de kost verdienen en leerde haar dochters zelfstandigheid, gaf ze verantwoordelijkheid voor het huishouden maar weinig positieve aandacht. Vooral Ina had hier last van, als degene met de meest praktische en ook zorgzame aanleg voelde zich niet gezien en in al haar inspanningen en werkte steeds harder.  Ze heeft zich altijd aangepast aan wat er nodig was en zag dat ook uit zichzelf vaak.. Van nature is Ina geen prater en ook in het gezin was gesprek over persoonlijke zaken niet echt aan de orde.

Ina leerde dat goed en gewaardeerd gedrag was:

  • meegaand zijn,
  • niet zeuren,
  • andermans behoeften voorop stellen,
  • het zelf oplossen

Wat niet gewaardeerd werd:

  • eigen behoeften serieus nemen,
  • nee zeggen, haar eigen wil serieus nemen,
  • grenzen stellen,
  • zich eerlijk uitspreken

Zo heeft ze over een langere periode bepaalde belangrijke gedragingen en gevoelens als protest en boosheid onderdrukt. Gedragingen, wensen en gevoelens die wel bij haar horen. Wanneer je maar lang genoeg dergelijke (terechte!) kanten van jezelf onderdrukt weet je niet meer dat je ze wel hebt.  De energie achter deze gevoelens komt er op een andere manier echter wel uit, in de vorm van een symptoom. Ina zat in een ongelukkig huwelijk waar ze geen grenzen aangaf en was hard op weg om overwerkt te raken in haar baan.

Symptomen zijn in feite al die klachten waarmee mensen hulp zoeken zoals angst, depressie, relatieproblemen, burn-out, overspannenheid, woede-uitbarstingen, etc. Het zijn eigenlijk niets anders dan de bliksemafleider van al die onderdrukte energie.

Dat wat er niet mag zijn, is er altijd, en vraagt uiteindelijk ruimte, maar krijgt het niet. Zo ontwikkelt zich dan een probleem. Een probleem dat een uitweg zoekt en dat vaak vindt in de vorm van een symptoom.

Als je maar genoeg last krijgt van dit symptoom ga je zelf (en soms je omgeving) op zoek naar hulp. Je wilt er van af, en de missie is dan: “Verlos me van dit symptoom”.

Maar als je de bron van het symptoom niet vindt, namelijk de niet toegestane gevoelens en gedragingen in jouw persoon en deze niet aanpakt, dan wordt daarmee het symptoom ook weer iets wat er niet mag zijn.  Het symptoom wordt benaderd als een vijand die beslist moet worden uitgeroeid.

Het uitgangspunt wordt dan meer symptoombestrijding in plaats van symptoomonderzoek.

Een vruchtbaardere weg is de symptomen als een hulp benaderen, een signaal dat aangeeft: er moet iets veranderen. Een signaal dat je de weg wijst naar waar het echt over gaat!

In een effectief hulptraject ga je samen met de therapeut op zoek naar antwoorden op bijvoorbeeld deze vragen:
1.       Wat zegt dit symptoom over mij ?
2.       Wat sta ik mezelf (eigenlijk) niet toe?

We maken dit zo concreet mogelijk, net zoals hierboven het lijstje dat Ina maakte. Zodat je dit letterlijk als routekaart kunt gebruiken.

Dit gaat in stapjes, die passen bij jouw tempo. Je gaat experimenteren met nieuwe gedragingen, nieuw voor jou tenminste. En dat kan spannend en eng zijn. Daarom beginnen we op kleine schaal en in een vertrouwde relatie. Voor Ina was dat tegen haar man zeggen hoe moeilijk zij het vindt om haar mening te geven of te zeggen wat haar niet bevalt. Hoe bang ze is voor zijn afwijzing. Maar juist door dat uit te durven spreken, nam ze zichzelf serieus en daarmee maakte ze contact met haar kracht. Zowel zij als haar man waren verrast van dit zichtbare effect.

Ik ben benieuwd naar jouw ervaring met symptomen. Herken je er na dit artikel al iets van? Wat denk jij dat er bij jou niet echt (echt niet?) mag zijn?

Ik ga er graag over met je in gesprek, op zoek naar wie jij echt bent, inclusief die weggestopte aspecten van jou persoon. Je mag er zijn, helemaal zoals je bent. Ontdek de kracht van eerlijk, constructief en doelgericht mogen leven! En het effect daarvan op de balans van geven en nemen in jouw relaties, hoe jij recht kunt gaan doen aan anderen, en zij aan jou.

Mail of bel me gerust, je krijgt altijd een reactie info@elpido-counseling.nl, M 0640583879

Lees meer

Doodmoe

Misschien voel je je ook nog wel schuldig, want je doet het graag en makkelijk en het kost je toch maar weinig moeite…. Je ziet het gewoon snel wanneer er aandacht of zorg nodig is en je geeft die graag! En dat is ook echt een prachtige kwaliteit van heel veel mensen! We zouden het zonder hen niet redden in onze maatschappij.

Gemeen addertje

Er zit wel en addertje onder het gras, namelijk: zelf hulp, zorg of aandacht te ontvangen, terwijl je die op jouw beurt net zo goed nodig hebt. Maar ja, daarom vragen is lastig, en zelfs als het aangeboden wordt dit aannemen valt niet mee. Dat betekent in de praktijk dat de kracht van veel kunnen geven tegelijk een valkuil heeft: niet goed kunnen ontvangen. Daar lopen mensen dan in vast, en krijgen ze last van chagrijn: waarom wil niemand iets voor mij doen? Waarom moet ik daar om vragen, terwijl ik zelf zoveel voor jou doe?

Recht doen aan de wet

Tussen mensen bestaat een onuitgesproken ‘wet’ van rechtvaardigheid, die maakt dat het ‘eerlijk voelt’ tussen jou en die ander, jij wordt dan gezien en die ander ziet jou ook! Jij geeft wat en je krijgt iets terug. Omdat je geeft heb je daar recht op want het zorgt voor  een gezonde balans tussen jullie beiden, goede verhoudingen. Wanneer de een altijd klaar staat en investeert in contact, en de ander nooit [even heel zwart wit] dan gaat dat irriteren. In vriendschappen en relaties, tussen buren en collega’s groeit er dan iets scheef, waardoor er uitputting, frustratie, boosheid en zelfs in bepaalde gevallen overspannenheid of burn-out en depressie ontstaat.

Iedereen wil geven

Mensen zijn allemaal gevers, zonder uitzondering willen mensen graag iets voor de ander doen. Dat komt omdat we relationele wezens zijn, die elkaar nodig hebben om te overleven. We zijn allemaal autonoom en tegelijkertijd verbonden , we staan op eigen benen, en we hebben elkaar tegelijkertijd nodig. Niemand kan namelijk overleven zonder anderen. Fysiek noch emotioneel zal dat lukken, en dat begint al als baby. Welke baby overleefd na de geboorte zonder zorg en aandacht voor zijn welzijn? Welke volwassene, hoe introvert ook, kan leven zonder belangrijke betrokken medemens, al is het er maar een? Wie denkt dat hij dat wel kan [hij haat mensen!] heeft echt een probleem. Daarover een andere blog….

Zelfstandig en verbonden, tegelijkertijd

Voor nu is belangrijk te beseffen: ik ben zelf een vrij persoon en ik functioneer evenwichtig als ik verbonden kan zijn met een ander vrij persoon. Wij kunnen dan wederkerig geven en ontvangen en zo in gezond evenwicht bestaan, emotioneel verbonden en tegelijk vrij, zelfstandig en verantwoordelijk voor onszelf en voor de ander, wederkerig in balans.

Dat gaat niet zonder slag of stoot, en dat merken we allemaal in ons leven. Soms geven we teveel, ‘niet passend geven’ heet dat. Soms ontvangen we teveel, dat is dan natuurlijk ‘niet passend ontvangen’. Er is een disbalans in de wederkerigheid: er wordt niet passend gegeven en ontvangen. Iemand  ontvangt daardoor teveel, en vaak gebeurt dat omdat dat ‘moet’ , de gever die teveel geeft kan er niet mee stoppen! En de ontvanger wordt gedwongen te ontvangen. En wat hij of zij wèl geeft, dat kan die gever niet ontvangen. Hij merkt het niet op, te druk met zelf alsmaar geven. Vervolgens wordt de gever wel moe, en boos. Zie bovenstaand chagrijn! Niemand wil mij iets geven!

Maar ook de teveel ontvangende mens heeft last van deze disbalans: hij staat en voelt zich schuldig, hij mag niets terug geven en de balans weer herstellen.  Daardoor voelt hij zich onbelangrijk, overbodig , slecht over zichzelf: ik stel niks voor, want die ander wil wat ik te bieden heb niet krijgen…

Wederkerig mogen geven en willen ontvangen is wederkerig recht doen: die ander heeft mij iets te bieden en ik wil dat graag ontvangen. Zo ervaar je betekenis, dat je er toe doet. Ontvangen is zelfs een vorm van geven, want stel dat jij iets wilt geven en de ander wil het niet hebben….:-(

Nuttig signaal

Deze disbalans in wederkerig geven en ontvangen levert problemen op in onderlinge verhoudingen, spanningen, boosheid, afwijzing, frustraties etc. Lastige emoties!

Disbalans kan je ervan bewust maken dat er iets niet klopt en vooral: dat er iets moet veranderen. Het kan een zinvol signaal zijn, in een overigens mooie vriendschap, liefdevolle relatie of burenverhouding. Tussen collega’s of broers en zussen.

Dit signaal serieus nemen is al een begin van herstel van de balans van geven en ontvangen. Wat kun je doen? Hier alvast twee tips:

  1. Bewustwording staat op 1. Daar begint alles mee! Merk jij iets op in de balans van geven en ontvangen tussen jou en anderen bij jou thuis, op je werk, de club of buurt? Je beseft dat er iets niet klopt, je geeft teveel of je ontvangt teveel. Of, ook mogelijk: je geeft te weinig en je laat je alles aanleunen. Je staat teveel in de ontvangstand…en daardoor in de ‘schuld’. Niet eerlijk!
  2. Durf je een beetje te experimenteren met het tegenovergestelde? In plaats van te [blijven] geven ga je een keer op je handen zitten precies als jij een onbedwingbare behoefte voelt opkomen om te geven [bijv. de afwas gaan doen als je op een verjaardag bent….] OF als je ontdekt dat je zit te wachten op iemands aandacht of zorg, dan ga jij juist zelf eens wat zorg en aandacht geven….

Zou je hier meer mee willen en uitzoeken hoe de balans van geven en ontvangen er bij jou uitziet, hoe dat zo gekomen is [er is altijd een ‘goede reden’ voor namelijk] en vooral: hoe je de balansen in jouw relaties passend kunt houden of maken? Mail of bel me dan, vrijblijvend! Je krijgt altijd een reactie, advies indien gewenst, of we gaan iets afspreken. Wie weet zit je veel dichter bij positieve verandering dan je denkt 😉

info@elpidos-counseling.nl

Lees meer

Als mens jezelf  zijn en als jezelf ruimte in mogen nemen wordt in de contextuele theorie ook wel ‘op eigen grond staan’ genoemd. Sommige contextuele psychologische ervaringen laten zich goed vangen in een beeldspraak. Zie je het voor je, hoe jij op je eigen grond staat?

Als gelovige leer je in de Bijbel dat de mens die ‘zichzelf’ is allereerst een schepsel is, geschapen naar Gods Beeld en gelijkenis. Hij is Beelddrager van God: een persoon die een identiteit heeft, los van de ander, ook los van de schepping. God valt niet samen met de schepping en niet met ons, Hij heeft wel een relatie met ons, mensen. Die relatie is mogelijk juist omdat we onderscheiden personen zijn, God en wij. We hebben een wil, talenten en verantwoordelijkheden, we kunnen liefhebben en zijn ingericht op relaties. Als beelddragers hebben we een eigen zelfstandige identiteit en zijn we tegelijk verbonden met onszelf en anderen. Eerst met God onze Maker, en dan met onszelf en elkaar. We zijn zelfstandige wezens, die ook alleen in verbondenheid met elkaar zichzelf kúnnen zijn. Stel je bent alleen op de wereld zonder anderen om jezelf toe te verhouden of aan te toetsen, van hen te leren ? Wie of wat ben je dan?

Als je naar de afbeelding kijkt zie je drie paar voeten naast elkaar, elk paar heeft zijn eigen plek en afdruk, elk neemt eigen ruimte in. Wie zijn eigen ruimte in neemt weet wat bij hem hoort en wat niet. Welke behoeften en verlangens? Welke rechten? Waar begin ‘ik’ en waar eindig ‘ik’? Met andere woorden: die weet zich zelf te onderscheiden van zijn omgeving, van ‘de anderen’.

Weten wie je bent geeft vrijheid, want je weet wat bij jou hoort en wat niet, je weet onderscheid te maken tussen wat bij jou past en wat niet. Zo kun je passend rekening houden met je eigen belangen, en die van de ander, zonder schuldgevoel of angst. Dat geeft ruimte om je eigen keuzes te maken en te groeien als mens, te worden wie je werkelijk bent. Ik ben oké en jij bent oké, samen ontwikkelen we ons in een rechtvaardige wederkerige verhouding, die recht doet aan onszelf en de ander.

Welk beeld van jezelf, van mensen en van God roept dit bij je op?

Een leerzame crisis

Maar helaas leven wij niet in een volmaakte wereld. Door de zondeval werd onze verbondenheid met God verstoort, maar ook de verbinding met onszelf en elkaar. Ons besef van grenzen, gescheiden-zijn en verantwoordelijkheid [vrije wil!] is daarmee ook aangetast. Er is daardoor een conflict tussen zelfstandigheid en grenzen, een crisis. In die crisis kunnen we veel leren over het terug vinden van passende grenzen, van individualiteit.

Hoe merk je dan ‘crisis’ in je bestaan als je kijkt naar het thema: eigen grond? Denk bijvoorbeeld eens aan je grenzen. Wanneer zeg ik ja en wanneer mag ik nee zeggen? Mag dat eigenlijk wel? En van wie mag dat dan wel of niet? Deze vragen komen in je op als je er last van krijgt dat grenzen een probleem zijn [geworden]. Bijvoorbeeld als je draagkracht en draaglast niet meer in balans zijn. Je voelt je overbelast. Je wordt je ervan bewust dat er een grens is aan wat jij kunt of wilt doen.

Of je wilt graag voldoen aan de wensen of verwachtingen van anderen, omdat je er niet tegen kunt als iemand boos op je is, of teleurgesteld.  

Of er zijn bepaalde normen en waarden waarvan je vindt dat je eraan behoort te voldoen, prestaties die je moet [kunnen]  leveren, een levensstandaard waaraan je moet voldoen. En ga zo maar even door.

Van  welke grens bij jezelf wordt jij je bewust als je dit leest?

De winst van de grenzen-crisis

Je bent zo bezig met de verwachtingen van anderen, die wegen zoveel zwaarder dan die van jezelf dat je je eigen belangen niet meer kent. Jij bent je eigen grond kwijtgeraakt, en hebt geen gezonde grenzen meer. Je eigen grond en je eigen grenzen negeren is een overlevingsmechanisme. Het werkt, totdat het niet meer werkt en je er last van krijgt. Het lukt niet meer om zoveel beschikbaar te moeten zijn. Je voelt je niet vrij maar opgesloten, overbelast!

Dit gevoel van onvrijheid, overbelasting, is een signaal om serieus te nemen en je bewust te worden dat er iets moet veranderen. Dat is winst! Je kunt nu gaan ontdekken waar en hoe jij jouw eigen ruimte mag gaan innemen zonder schuldgevoel. Hoe jij recht aan jezelf kan gaan doen zonder die ander tekort te doen. Met andere woorden: hoe JIJ met beide voeten op jouw eigen grond kunt gaan staan, in alle vrijheid! Let eens op hoe je dan zult groeien en als jezelf jouw eigen plekje in de wereld gaat innemen. Zonder schuldgevoel en dichtbij jezelf en anderen. Dicht bij God.

Zo zal het beeld van God in jou ook meer en meer hersteld worden.

Hoe zou het voor je zijn om dit te ervaren? Wat zou er dan anders zijn in je leven? Waaraan zouden anderen merken dat jij meer jezelf bent?

Lees meer

WELK SIGNAAL GEEFT BOOSHEID?

WAT IS BOOSHEID?

Boosheid is een zogenaamde ‘signaalemotie’, je ervaart onrecht en dat voel je ergens in je lijf ook. Niet altijd bewust, en het gaat ook heel snel. Je kunt ineens woedend zijn! Soms voel je ergens in je lijf ook dat er iets gebeurt, en ‘groeit’ je boosheid, ken je dat?

Boos zijn en dat voelen is belangrijk, want het is een signaal: er is iets mis. Op zichzelf is het niet fout, het is juist nuttig. En een normale passende emotionele reactie die kan gaan van frustratie naar irritatie naar verontwaardiging, naar boosheid. Van boosheid kun je nog doorschieten naar woede en razernij! Voel je hoe de emotie toeneemt, bij deze beschrijving? Het is belangrijk dat je je vertrouwd gaat voelen met boosheid, als een gevoel van jou dat je je mag toe-eigenen. Boos worden is niet stom, slecht of fout! Dat om te beginnen.

Wat is jouw ervaring met boos zijn, hoe leerde jij er mee omgaan? Ook dat is belangrijk. Dat kan namelijk op een positieve, en op een negatieve manier. Mocht of kon jij thuis boos zijn, kon je het uiten? Hoe werd er gereageerd? Wat deed jij daarmee? Ging je slaan, schoppen of gillen en bijten? Hoe werd daar mee omgegaan? Werd je dan ingetoomd en opgevangen, of juist uitgelachen, zelfs afgewezen, als je opkwam voor jezelf? Werd jouw boosheid gehoord, of misschien afgewezen? Sta er eens bij stil hoe dat vroeger ging en hoe je dat nu doet.

Wanneer jouw boosheid iemand anders schade toebrengt, is je boosheid negatief, het is destructief en brengt niets goeds voort. Jouw (terechte!)signaal over onrecht veroorzaakt nieuw onrecht, en dat is niet de bedoeling, toch? Zo is boosheid ineffectief en schadelijk.

EEN NUTTIG SIGNAAL

Maar er zijn ook reacties die positief vorm geven aan boosheid. Je merkt als je boos wordt dat er kracht en energie vrij komt. Je komt er van in beweging. En dat is dan de positieve kant van boosheid: je neemt dat signaal serieus en gaat er iets aan doen! Er moet recht gedaan worden, het onrecht moet stoppen, er moet iets veranderen. En daarom wordt je boos!

Wist je dat elk mens die diepe behoefte aan rechtvaardigheid kent?  Zo heeft God ons geschapen: als Zijn Beelddrager, die net als God rechtvaardigheid als diepe drijfveer heeft. Mensen zijn bedoeld, om God, zichzelf en elkaar recht te doen en dat na te streven. Daarvoor moeten ze weten wat recht doen inhoudt. Wat ís rechtvaardig, en wat niet? Hoe doe je ‘rechtvaardigheid’?

Daarvoor is het nodig om te weten wat bij jou hoort en wat bij mij. Waar ligt de grens? Dat noemen we zelfafbakening, ofwel: je grenzen kennen en bewaken.

GRENZEN KENNEN EN BEWAKEN

Goede zelfafbakening leidt tot passend opkomen voor jouw eigen behoeften, rechten en belangen. En tegelijk die van de ander! Dat vergeten we soms, maar passend betekent verantwoordelijkheid nemen voor jouw keuzes én de gevolgen, voor zowel jezelf, als voor die ander. Wederkerigheid dus. Jij hoeft je niet schuldig te voelen over jouw eigen behoeften en belangen, en die ander ook niet, ze zijn voor jullie allebei evenveel waar. Door met elkaar af te stemmen ontmoet je elkaar ‘in het midden’. En kun je recht doen aan jouw behoeften, belangen en rechten, en die van de ander. Dat verbindt!

En soms niet, dan gebeurd het tegenovergestelde: je verwijderd je van elkaar, er ontstaat een kloof. En in die kloof kan boosheid soms heel goed gedijen, want je let vooral op wat fout gaat.  Het begint met ergernis, er is irritatie, er komt frustratie en uiteindelijk, als je het lang genoeg op hebt gepot: boosheid, woede, razernij……

Over welke boosheid heb je het dan? Positief is het als je de kracht inzet om iets in positieve zin te veranderen aan onrecht en verwijdering. Negatief als er een uitbarsting (van geweld?) bij komt en er grenzen overschreden worden, als er (meer) verwijdering ontstaat.

WAT LEER JE VAN BOOSHEID

Van boosheid leer je wat jouw identiteit is. Welke jouw belangen zijn en dat ze er toe doen, evenals jouw rechten en behoeften. Dat je je die mag toe eigenen en bewaken, in gelijke wederkerigheid met de ander. De belangen en rechten van jou, en die van de ander wegen even zwaar! Ze mogen er beide zijn, en door erover te praten doe je recht aan beide kanten.

Beseffen dat jouw boosheid een signaal van onrecht is en met de energie van boosheid in actie komen. Om onrecht aan de kaak te stellen, en te hèrstellen wat er mis ging. Dat maakt van de emotie boosheid een middel om recht te doen, rechtvaardigheid na te streven.

SAMENGEVAT:

  1. Boosheid is een gegeven, het is een nuttige emotie die ook jij (nodig) hebt.
  2. Leer je boosheid gewaar te worden, te kennen en te uiten.
  3. Leer boosheid passend vorm te geven in de omgang met anderen.
  4. Zet boosheid constructief in om je eigen grenzen te bewaken en onrecht aan te pakken.

Ik help je graag jouw boosheid te onderzoeken. Hoe ken jij boosheid in je leven? Hoe is dat in jouw omstandigheden en met jouw geschiedenis gegaan? Heb jij last van boosheid, die je moeilijk uiten kunt? Weet je geen raad met boosheid en/of verdriet in je leven? E wil je hier graag wat aan doen? Wees van harte welkom voor een oriënterend gesprek.

Wellicht kom ook jij er dan achter welk signaal over onrecht in jouw leven jouw boosheid afgeeft. En vooral: hoe je daar iets constructiefs mee kunt doen! Ook jij bent Gods beelddrager, en hebt herstel nodig van Zijn gebroken beeld in jou. Jouw identiteit mag recht gedaan worden, tot Zijn eer, en voor jouw welzijn.

Lees meer
nl_NLDutch
×

 

Hallo, ik ben Agnes Visser

Gespecialiseerd in hulp bij individuele problemen, relatie- en ouderschapszorgen en pastorale zorg. Hoe kan ik je helpen?

× Vragen staat vrij