In onze geschiedenis  ontstaat die disbalans al, in de opvoeding gecombineerd met persoonlijke aanleg en kwaliteiten. Meestal ligt er nadruk op één van de twee, de behoefte aan autonomie, of de behoefte aan verbondenheid. Twee aspecten van mens-zijn die we allemaal hebben, ook als heel jong mens.

Zo krijg je soms de boodschap als kind dat opkomen voor jezelf egoïstisch is. Of er zijn omstandigheden in jouw gezin van herkomst die je leren dat je alleen jezelf kunt vertrouwen. Dat hulpvragen zwak of gewoon niet mogelijk is.
In je opvoeding en tijdens je leven krijg je dus allerlei boodschappen van wat hoort en wat niet hoort mee. Zo ontstaan er (soms) meerdere onderwerpen, gedragingen en emoties waarvan je leert dat ze niet “horen” en niet “goed zijn”. Je kunt ze maar beter negeren, onderdrukken omdat je er pijn, verdriet, afwijzing of erger van krijgt. Dan is de keuze onbewust en snel gemaakt: dat wil ik niet voelen, dus dat moet ik niet doen!

Een voorbeeld van iemand die ik in mijn werk heb gesproken:

Ina van  begin veertig zoekt hulp bij mij omdat ze vast is gelopen in haar leven.. Ze voelt zich in haar huwelijk niet gelukkig en weet niet meer wie ze zelf is en wat ze nodig heeft, ze durft niet voor zichzelf op te komen uit angst voor commentaar op haar behoeften. Ze let vooral op de verlangens van de andere gezinsleden en heeft daar inmiddels genoeg van..  Ze is opgegroeid in een gezin met een zus en een hard werkende krachtige moeder, vader was zachtaardig en ziekelijk, veel op de achtergrond. Moeder moest de kost verdienen en leerde haar dochters zelfstandigheid, gaf ze verantwoordelijkheid voor het huishouden maar weinig positieve aandacht. Vooral Ina had hier last van, als degene met de meest praktische en ook zorgzame aanleg voelde zich niet gezien en in al haar inspanningen en werkte steeds harder.  Ze heeft zich altijd aangepast aan wat er nodig was en zag dat ook uit zichzelf vaak.. Van nature is Ina geen prater en ook in het gezin was gesprek over persoonlijke zaken niet echt aan de orde.

Ina leerde dat goed en gewaardeerd gedrag was:

  • meegaand zijn,
  • niet zeuren,
  • andermans behoeften voorop stellen,
  • het zelf oplossen

Wat niet gewaardeerd werd:

  • eigen behoeften serieus nemen,
  • nee zeggen, haar eigen wil serieus nemen,
  • grenzen stellen,
  • zich eerlijk uitspreken

Zo heeft ze over een langere periode bepaalde belangrijke gedragingen en gevoelens als protest en boosheid onderdrukt. Gedragingen, wensen en gevoelens die wel bij haar horen. Wanneer je maar lang genoeg dergelijke (terechte!) kanten van jezelf onderdrukt weet je niet meer dat je ze wel hebt.  De energie achter deze gevoelens komt er op een andere manier echter wel uit, in de vorm van een symptoom. Ina zat in een ongelukkig huwelijk waar ze geen grenzen aangaf en was hard op weg om overwerkt te raken in haar baan.

Symptomen zijn in feite al die klachten waarmee mensen hulp zoeken zoals angst, depressie, relatieproblemen, burn-out, overspannenheid, woede-uitbarstingen, etc. Het zijn eigenlijk niets anders dan de bliksemafleider van al die onderdrukte energie.

Dat wat er niet mag zijn, is er altijd, en vraagt uiteindelijk ruimte, maar krijgt het niet. Zo ontwikkelt zich dan een probleem. Een probleem dat een uitweg zoekt en dat vaak vindt in de vorm van een symptoom.

Als je maar genoeg last krijgt van dit symptoom ga je zelf (en soms je omgeving) op zoek naar hulp. Je wilt er van af, en de missie is dan: “Verlos me van dit symptoom”.

Maar als je de bron van het symptoom niet vindt, namelijk de niet toegestane gevoelens en gedragingen in jouw persoon en deze niet aanpakt, dan wordt daarmee het symptoom ook weer iets wat er niet mag zijn.  Het symptoom wordt benaderd als een vijand die beslist moet worden uitgeroeid.

Het uitgangspunt wordt dan meer symptoombestrijding in plaats van symptoomonderzoek.

Een vruchtbaardere weg is de symptomen als een hulp benaderen, een signaal dat aangeeft: er moet iets veranderen. Een signaal dat je de weg wijst naar waar het echt over gaat!

In een effectief hulptraject ga je samen met de therapeut op zoek naar antwoorden op bijvoorbeeld deze vragen:
1.       Wat zegt dit symptoom over mij ?
2.       Wat sta ik mezelf (eigenlijk) niet toe?

We maken dit zo concreet mogelijk, net zoals hierboven het lijstje dat Ina maakte. Zodat je dit letterlijk als routekaart kunt gebruiken.

Dit gaat in stapjes, die passen bij jouw tempo. Je gaat experimenteren met nieuwe gedragingen, nieuw voor jou tenminste. En dat kan spannend en eng zijn. Daarom beginnen we op kleine schaal en in een vertrouwde relatie. Voor Ina was dat tegen haar man zeggen hoe moeilijk zij het vindt om haar mening te geven of te zeggen wat haar niet bevalt. Hoe bang ze is voor zijn afwijzing. Maar juist door dat uit te durven spreken, nam ze zichzelf serieus en daarmee maakte ze contact met haar kracht. Zowel zij als haar man waren verrast van dit zichtbare effect.

Ik ben benieuwd naar jouw ervaring met symptomen. Herken je er na dit artikel al iets van? Wat denk jij dat er bij jou niet echt (echt niet?) mag zijn?

Ik ga er graag over met je in gesprek, op zoek naar wie jij echt bent, inclusief die weggestopte aspecten van jou persoon. Je mag er zijn, helemaal zoals je bent. Ontdek de kracht van eerlijk, constructief en doelgericht mogen leven! En het effect daarvan op de balans van geven en nemen in jouw relaties, hoe jij recht kunt gaan doen aan anderen, en zij aan jou.

Mail of bel me gerust, je krijgt altijd een reactie info@elpido-counseling.nl, M 0640583879

Lees meer

Doodmoe

Misschien voel je je ook nog wel schuldig, want je doet het graag en makkelijk en het kost je toch maar weinig moeite…. Je ziet het gewoon snel wanneer er aandacht of zorg nodig is en je geeft die graag! En dat is ook echt een prachtige kwaliteit van heel veel mensen! We zouden het zonder hen niet redden in onze maatschappij.

Gemeen addertje

Er zit wel en addertje onder het gras, namelijk: zelf hulp, zorg of aandacht te ontvangen, terwijl je die op jouw beurt net zo goed nodig hebt. Maar ja, daarom vragen is lastig, en zelfs als het aangeboden wordt dit aannemen valt niet mee. Dat betekent in de praktijk dat de kracht van veel kunnen geven tegelijk een valkuil heeft: niet goed kunnen ontvangen. Daar lopen mensen dan in vast, en krijgen ze last van chagrijn: waarom wil niemand iets voor mij doen? Waarom moet ik daar om vragen, terwijl ik zelf zoveel voor jou doe?

Recht doen aan de wet

Tussen mensen bestaat een onuitgesproken ‘wet’ van rechtvaardigheid, die maakt dat het ‘eerlijk voelt’ tussen jou en die ander, jij wordt dan gezien en die ander ziet jou ook! Jij geeft wat en je krijgt iets terug. Omdat je geeft heb je daar recht op want het zorgt voor  een gezonde balans tussen jullie beiden, goede verhoudingen. Wanneer de een altijd klaar staat en investeert in contact, en de ander nooit [even heel zwart wit] dan gaat dat irriteren. In vriendschappen en relaties, tussen buren en collega’s groeit er dan iets scheef, waardoor er uitputting, frustratie, boosheid en zelfs in bepaalde gevallen overspannenheid of burn-out en depressie ontstaat.

Iedereen wil geven

Mensen zijn allemaal gevers, zonder uitzondering willen mensen graag iets voor de ander doen. Dat komt omdat we relationele wezens zijn, die elkaar nodig hebben om te overleven. We zijn allemaal autonoom en tegelijkertijd verbonden , we staan op eigen benen, en we hebben elkaar tegelijkertijd nodig. Niemand kan namelijk overleven zonder anderen. Fysiek noch emotioneel zal dat lukken, en dat begint al als baby. Welke baby overleefd na de geboorte zonder zorg en aandacht voor zijn welzijn? Welke volwassene, hoe introvert ook, kan leven zonder belangrijke betrokken medemens, al is het er maar een? Wie denkt dat hij dat wel kan [hij haat mensen!] heeft echt een probleem. Daarover een andere blog….

Zelfstandig en verbonden, tegelijkertijd

Voor nu is belangrijk te beseffen: ik ben zelf een vrij persoon en ik functioneer evenwichtig als ik verbonden kan zijn met een ander vrij persoon. Wij kunnen dan wederkerig geven en ontvangen en zo in gezond evenwicht bestaan, emotioneel verbonden en tegelijk vrij, zelfstandig en verantwoordelijk voor onszelf en voor de ander, wederkerig in balans.

Dat gaat niet zonder slag of stoot, en dat merken we allemaal in ons leven. Soms geven we teveel, ‘niet passend geven’ heet dat. Soms ontvangen we teveel, dat is dan natuurlijk ‘niet passend ontvangen’. Er is een disbalans in de wederkerigheid: er wordt niet passend gegeven en ontvangen. Iemand  ontvangt daardoor teveel, en vaak gebeurt dat omdat dat ‘moet’ , de gever die teveel geeft kan er niet mee stoppen! En de ontvanger wordt gedwongen te ontvangen. En wat hij of zij wèl geeft, dat kan die gever niet ontvangen. Hij merkt het niet op, te druk met zelf alsmaar geven. Vervolgens wordt de gever wel moe, en boos. Zie bovenstaand chagrijn! Niemand wil mij iets geven!

Maar ook de teveel ontvangende mens heeft last van deze disbalans: hij staat en voelt zich schuldig, hij mag niets terug geven en de balans weer herstellen.  Daardoor voelt hij zich onbelangrijk, overbodig , slecht over zichzelf: ik stel niks voor, want die ander wil wat ik te bieden heb niet krijgen…

Wederkerig mogen geven en willen ontvangen is wederkerig recht doen: die ander heeft mij iets te bieden en ik wil dat graag ontvangen. Zo ervaar je betekenis, dat je er toe doet. Ontvangen is zelfs een vorm van geven, want stel dat jij iets wilt geven en de ander wil het niet hebben….:-(

Nuttig signaal

Deze disbalans in wederkerig geven en ontvangen levert problemen op in onderlinge verhoudingen, spanningen, boosheid, afwijzing, frustraties etc. Lastige emoties!

Disbalans kan je ervan bewust maken dat er iets niet klopt en vooral: dat er iets moet veranderen. Het kan een zinvol signaal zijn, in een overigens mooie vriendschap, liefdevolle relatie of burenverhouding. Tussen collega’s of broers en zussen.

Dit signaal serieus nemen is al een begin van herstel van de balans van geven en ontvangen. Wat kun je doen? Hier alvast twee tips:

  1. Bewustwording staat op 1. Daar begint alles mee! Merk jij iets op in de balans van geven en ontvangen tussen jou en anderen bij jou thuis, op je werk, de club of buurt? Je beseft dat er iets niet klopt, je geeft teveel of je ontvangt teveel. Of, ook mogelijk: je geeft te weinig en je laat je alles aanleunen. Je staat teveel in de ontvangstand…en daardoor in de ‘schuld’. Niet eerlijk!
  2. Durf je een beetje te experimenteren met het tegenovergestelde? In plaats van te [blijven] geven ga je een keer op je handen zitten precies als jij een onbedwingbare behoefte voelt opkomen om te geven [bijv. de afwas gaan doen als je op een verjaardag bent….] OF als je ontdekt dat je zit te wachten op iemands aandacht of zorg, dan ga jij juist zelf eens wat zorg en aandacht geven….

Zou je hier meer mee willen en uitzoeken hoe de balans van geven en ontvangen er bij jou uitziet, hoe dat zo gekomen is [er is altijd een ‘goede reden’ voor namelijk] en vooral: hoe je de balansen in jouw relaties passend kunt houden of maken? Mail of bel me dan, vrijblijvend! Je krijgt altijd een reactie, advies indien gewenst, of we gaan iets afspreken. Wie weet zit je veel dichter bij positieve verandering dan je denkt 😉

info@elpidos-counseling.nl

Lees meer

Als mens jezelf  zijn en als jezelf ruimte in mogen nemen wordt in de contextuele theorie ook wel ‘op eigen grond staan’ genoemd. Sommige contextuele psychologische ervaringen laten zich goed vangen in een beeldspraak. Zie je het voor je, hoe jij op je eigen grond staat?

Als gelovige leer je in de Bijbel dat de mens die ‘zichzelf’ is allereerst een schepsel is, geschapen naar Gods Beeld en gelijkenis. Hij is Beelddrager van God: een persoon die een identiteit heeft, los van de ander, ook los van de schepping. God valt niet samen met de schepping en niet met ons, Hij heeft wel een relatie met ons, mensen. Die relatie is mogelijk juist omdat we onderscheiden personen zijn, God en wij. We hebben een wil, talenten en verantwoordelijkheden, we kunnen liefhebben en zijn ingericht op relaties. Als beelddragers hebben we een eigen zelfstandige identiteit en zijn we tegelijk verbonden met onszelf en anderen. Eerst met God onze Maker, en dan met onszelf en elkaar. We zijn zelfstandige wezens, die ook alleen in verbondenheid met elkaar zichzelf kúnnen zijn. Stel je bent alleen op de wereld zonder anderen om jezelf toe te verhouden of aan te toetsen, van hen te leren ? Wie of wat ben je dan?

Als je naar de afbeelding kijkt zie je drie paar voeten naast elkaar, elk paar heeft zijn eigen plek en afdruk, elk neemt eigen ruimte in. Wie zijn eigen ruimte in neemt weet wat bij hem hoort en wat niet. Welke behoeften en verlangens? Welke rechten? Waar begin ‘ik’ en waar eindig ‘ik’? Met andere woorden: die weet zich zelf te onderscheiden van zijn omgeving, van ‘de anderen’.

Weten wie je bent geeft vrijheid, want je weet wat bij jou hoort en wat niet, je weet onderscheid te maken tussen wat bij jou past en wat niet. Zo kun je passend rekening houden met je eigen belangen, en die van de ander, zonder schuldgevoel of angst. Dat geeft ruimte om je eigen keuzes te maken en te groeien als mens, te worden wie je werkelijk bent. Ik ben oké en jij bent oké, samen ontwikkelen we ons in een rechtvaardige wederkerige verhouding, die recht doet aan onszelf en de ander.

Welk beeld van jezelf, van mensen en van God roept dit bij je op?

Een leerzame crisis

Maar helaas leven wij niet in een volmaakte wereld. Door de zondeval werd onze verbondenheid met God verstoort, maar ook de verbinding met onszelf en elkaar. Ons besef van grenzen, gescheiden-zijn en verantwoordelijkheid [vrije wil!] is daarmee ook aangetast. Er is daardoor een conflict tussen zelfstandigheid en grenzen, een crisis. In die crisis kunnen we veel leren over het terug vinden van passende grenzen, van individualiteit.

Hoe merk je dan ‘crisis’ in je bestaan als je kijkt naar het thema: eigen grond? Denk bijvoorbeeld eens aan je grenzen. Wanneer zeg ik ja en wanneer mag ik nee zeggen? Mag dat eigenlijk wel? En van wie mag dat dan wel of niet? Deze vragen komen in je op als je er last van krijgt dat grenzen een probleem zijn [geworden]. Bijvoorbeeld als je draagkracht en draaglast niet meer in balans zijn. Je voelt je overbelast. Je wordt je ervan bewust dat er een grens is aan wat jij kunt of wilt doen.

Of je wilt graag voldoen aan de wensen of verwachtingen van anderen, omdat je er niet tegen kunt als iemand boos op je is, of teleurgesteld.  

Of er zijn bepaalde normen en waarden waarvan je vindt dat je eraan behoort te voldoen, prestaties die je moet [kunnen]  leveren, een levensstandaard waaraan je moet voldoen. En ga zo maar even door.

Van  welke grens bij jezelf wordt jij je bewust als je dit leest?

De winst van de grenzen-crisis

Je bent zo bezig met de verwachtingen van anderen, die wegen zoveel zwaarder dan die van jezelf dat je je eigen belangen niet meer kent. Jij bent je eigen grond kwijtgeraakt, en hebt geen gezonde grenzen meer. Je eigen grond en je eigen grenzen negeren is een overlevingsmechanisme. Het werkt, totdat het niet meer werkt en je er last van krijgt. Het lukt niet meer om zoveel beschikbaar te moeten zijn. Je voelt je niet vrij maar opgesloten, overbelast!

Dit gevoel van onvrijheid, overbelasting, is een signaal om serieus te nemen en je bewust te worden dat er iets moet veranderen. Dat is winst! Je kunt nu gaan ontdekken waar en hoe jij jouw eigen ruimte mag gaan innemen zonder schuldgevoel. Hoe jij recht aan jezelf kan gaan doen zonder die ander tekort te doen. Met andere woorden: hoe JIJ met beide voeten op jouw eigen grond kunt gaan staan, in alle vrijheid! Let eens op hoe je dan zult groeien en als jezelf jouw eigen plekje in de wereld gaat innemen. Zonder schuldgevoel en dichtbij jezelf en anderen. Dicht bij God.

Zo zal het beeld van God in jou ook meer en meer hersteld worden.

Hoe zou het voor je zijn om dit te ervaren? Wat zou er dan anders zijn in je leven? Waaraan zouden anderen merken dat jij meer jezelf bent?

Lees meer

WELK SIGNAAL GEEFT BOOSHEID?

WAT IS BOOSHEID?

Boosheid is een zogenaamde ‘signaalemotie’, je ervaart onrecht en dat voel je ergens in je lijf ook. Niet altijd bewust, en het gaat ook heel snel. Je kunt ineens woedend zijn! Soms voel je ergens in je lijf ook dat er iets gebeurt, en ‘groeit’ je boosheid, ken je dat?

Boos zijn en dat voelen is belangrijk, want het is een signaal: er is iets mis. Op zichzelf is het niet fout, het is juist nuttig. En een normale passende emotionele reactie die kan gaan van frustratie naar irritatie naar verontwaardiging, naar boosheid. Van boosheid kun je nog doorschieten naar woede en razernij! Voel je hoe de emotie toeneemt, bij deze beschrijving? Het is belangrijk dat je je vertrouwd gaat voelen met boosheid, als een gevoel van jou dat je je mag toe-eigenen. Boos worden is niet stom, slecht of fout! Dat om te beginnen.

Wat is jouw ervaring met boos zijn, hoe leerde jij er mee omgaan? Ook dat is belangrijk. Dat kan namelijk op een positieve, en op een negatieve manier. Mocht of kon jij thuis boos zijn, kon je het uiten? Hoe werd er gereageerd? Wat deed jij daarmee? Ging je slaan, schoppen of gillen en bijten? Hoe werd daar mee omgegaan? Werd je dan ingetoomd en opgevangen, of juist uitgelachen, zelfs afgewezen, als je opkwam voor jezelf? Werd jouw boosheid gehoord, of misschien afgewezen? Sta er eens bij stil hoe dat vroeger ging en hoe je dat nu doet.

Wanneer jouw boosheid iemand anders schade toebrengt, is je boosheid negatief, het is destructief en brengt niets goeds voort. Jouw (terechte!)signaal over onrecht veroorzaakt nieuw onrecht, en dat is niet de bedoeling, toch? Zo is boosheid ineffectief en schadelijk.

EEN NUTTIG SIGNAAL

Maar er zijn ook reacties die positief vorm geven aan boosheid. Je merkt als je boos wordt dat er kracht en energie vrij komt. Je komt er van in beweging. En dat is dan de positieve kant van boosheid: je neemt dat signaal serieus en gaat er iets aan doen! Er moet recht gedaan worden, het onrecht moet stoppen, er moet iets veranderen. En daarom wordt je boos!

Wist je dat elk mens die diepe behoefte aan rechtvaardigheid kent?  Zo heeft God ons geschapen: als Zijn Beelddrager, die net als God rechtvaardigheid als diepe drijfveer heeft. Mensen zijn bedoeld, om God, zichzelf en elkaar recht te doen en dat na te streven. Daarvoor moeten ze weten wat recht doen inhoudt. Wat ís rechtvaardig, en wat niet? Hoe doe je ‘rechtvaardigheid’?

Daarvoor is het nodig om te weten wat bij jou hoort en wat bij mij. Waar ligt de grens? Dat noemen we zelfafbakening, ofwel: je grenzen kennen en bewaken.

GRENZEN KENNEN EN BEWAKEN

Goede zelfafbakening leidt tot passend opkomen voor jouw eigen behoeften, rechten en belangen. En tegelijk die van de ander! Dat vergeten we soms, maar passend betekent verantwoordelijkheid nemen voor jouw keuzes én de gevolgen, voor zowel jezelf, als voor die ander. Wederkerigheid dus. Jij hoeft je niet schuldig te voelen over jouw eigen behoeften en belangen, en die ander ook niet, ze zijn voor jullie allebei evenveel waar. Door met elkaar af te stemmen ontmoet je elkaar ‘in het midden’. En kun je recht doen aan jouw behoeften, belangen en rechten, en die van de ander. Dat verbindt!

En soms niet, dan gebeurd het tegenovergestelde: je verwijderd je van elkaar, er ontstaat een kloof. En in die kloof kan boosheid soms heel goed gedijen, want je let vooral op wat fout gaat.  Het begint met ergernis, er is irritatie, er komt frustratie en uiteindelijk, als je het lang genoeg op hebt gepot: boosheid, woede, razernij……

Over welke boosheid heb je het dan? Positief is het als je de kracht inzet om iets in positieve zin te veranderen aan onrecht en verwijdering. Negatief als er een uitbarsting (van geweld?) bij komt en er grenzen overschreden worden, als er (meer) verwijdering ontstaat.

WAT LEER JE VAN BOOSHEID

Van boosheid leer je wat jouw identiteit is. Welke jouw belangen zijn en dat ze er toe doen, evenals jouw rechten en behoeften. Dat je je die mag toe eigenen en bewaken, in gelijke wederkerigheid met de ander. De belangen en rechten van jou, en die van de ander wegen even zwaar! Ze mogen er beide zijn, en door erover te praten doe je recht aan beide kanten.

Beseffen dat jouw boosheid een signaal van onrecht is en met de energie van boosheid in actie komen. Om onrecht aan de kaak te stellen, en te hèrstellen wat er mis ging. Dat maakt van de emotie boosheid een middel om recht te doen, rechtvaardigheid na te streven.

SAMENGEVAT:

  1. Boosheid is een gegeven, het is een nuttige emotie die ook jij (nodig) hebt.
  2. Leer je boosheid gewaar te worden, te kennen en te uiten.
  3. Leer boosheid passend vorm te geven in de omgang met anderen.
  4. Zet boosheid constructief in om je eigen grenzen te bewaken en onrecht aan te pakken.

Ik help je graag jouw boosheid te onderzoeken. Hoe ken jij boosheid in je leven? Hoe is dat in jouw omstandigheden en met jouw geschiedenis gegaan? Heb jij last van boosheid, die je moeilijk uiten kunt? Weet je geen raad met boosheid en/of verdriet in je leven? E wil je hier graag wat aan doen? Wees van harte welkom voor een oriënterend gesprek.

Wellicht kom ook jij er dan achter welk signaal over onrecht in jouw leven jouw boosheid afgeeft. En vooral: hoe je daar iets constructiefs mee kunt doen! Ook jij bent Gods beelddrager, en hebt herstel nodig van Zijn gebroken beeld in jou. Jouw identiteit mag recht gedaan worden, tot Zijn eer, en voor jouw welzijn.

Lees meer
nl_NLDutch
×

 

Hallo, ik ben Agnes Visser

Gespecialiseerd in hulp bij individuele problemen, relatie- en ouderschapszorgen en pastorale zorg. Hoe kan ik je helpen?

× Vragen staat vrij